Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo dat Jozua [19]Amalek en zijn volk [20]krenkte, door de [21]scherpte des zwaards. 19. Het schijnt, dat men hier door Amalek moet verstaan den koning of overste, en door zijn volk het leger. Anderen verstaan door Amalek de Amalekieten, en door zijn volk de natien, die hem te hulp gekomen waren. 20. Of, verzwakte, verbrak. 21. Hebreeuws, mond.